MISKRAAM
Helaas eindigen niet alle zwangerschappen in de geboorte van een gezonde baby. Vroeg of later kan het gebeuren dat jullie de zwangerschap om verschillende redenen verliezen. Dit is een intens verdrietige gebeurtenis die ongeacht de zwangerschapsduur moeilijk te verwerken kan zijn. Wanneer dit jullie overkomt staan wij ook dan voor jullie klaar om jullie te begeleiden in deze moeilijke periode.
​
1 op de 10 zwangerschappen eindigt in een miskraam. Bij één op de vijf zwangerschappen (20%) treedt er in de eerste weken vaginaal bloedverlies op. Dit kan enorme onzekerheid met zich meebrengen. Bloedverlies kan meerdere oorzaken hebben en hoeft niet direct te betekenen dat het niet goed gaat met de zwangerschap. De helft van deze zwangerschappen eindigt echter alsnog in een miskraam.
​
Onschuldig bloedverlies
Er zijn een aantal onschuldige situaties waarin bloedverlies kan optreden. Er is dan geen sprake van een miskraam. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
-
Innestellingsbloeding: Door de ingroei van het vruchtje in het baarmoederslijmvlies kan er een bloeding optreden. Dit gebeurt meestal tussen de vierde en zesde week en is een lichte bloeding.
-
Contactbloeding: Zodra je zwanger bent, zijn de cellen aan de buitenkant van de baarmoedermond extra gevoelig. Door druk kunnen deze cellen snel gaan bloeden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren na gemeenschap, persen bij ontlasting, lichamelijke belasting of veel hoesten.
-
Overige oorzaken: Als je aambeien hebt, kan het zijn dat het bloedverlies hiervan afkomstig is. Ook een onopgemerkt snijwondje na het scheren is weleens de oorzaak. Soms heeft iemand bloedingen zonder dat de zwangerschap in gevaar is, maar is er geen duidelijke reden aan te wijzen.
​
Hoe wordt een miskraam veroorzaakt?
Een zwangerschap bestaat uit een vruchtje en een vruchtzak. Het vruchtje ontwikkelt zich bij een normale zwangerschap tot een baby. Rond een zwangerschapsduur van 6-6,5 week zal het hartje gaan kloppen. Een miskraam wordt meestal veroorzaakt door een stoornis in de aanleg van het vruchtje. Het vruchtje kan hierdoor niet meer verder groeien en zal worden afgestoten. De oorzaak hiervan is zelden erfelijk en meestal zijn er dus geen gevolgen voor een volgende zwangerschap. Een miskraam ontstaat nooit door lichamelijke inspanning. Zo kunnen bijvoorbeeld vrijen, vallen, paardrijden, fietsen, motorrijden of sporten geen miskraam veroorzaken. Ook kan je een miskraam niet voorkomen. Niet met bedrust en ook niet met medicijnen. Je kan er dus helemaal niets aan doen.
​
De kans op een miskraam neemt toe met de leeftijd. Voor vrouwen beneden de vijfendertig jaar is de kans dat een zwangerschap in een miskraam eindigt, ongeveer 1 op 10. Tussen de vijfendertig en veertig jaar eindigt 1 op de 5-6 zwangerschappen in een miskraam, en tussen de veertig en vijfenveertig jaar 1 op 3. Boven de vijfenveertig jaar is dit voor de helft van de zwangerschappen het geval.
Het doormaken van een eerste miskraam is geen reden voor aanvullend onderzoek, je hebt hierna ook geen verhoogde kans op een volgende miskraam. Aanvullend onderzoek wordt pas geadviseerd vanaf het doormaken van meerdere miskramen. Ook dan levert onderzoek slechts zelden een duidelijke verklaring voor de miskramen op.
​
Hoe herken je een miskraam?
Als je een miskraam hebt, stoot je baarmoeder al het zwangerschapsweefsel - samen met het vruchtje en de vruchtzak - af. Bloedverlies en meestal ook buikkrampen zijn hier het gevolg van. Hoe een miskraam verloopt, hangt af van de duur van de zwangerschap en is elke keer anders.
​
De meeste miskramen vinden plaats voor 12 weken zwangerschap. Het kan zijn dat het vruchtje al enige tijd gestopt is met groeien en dus nog heel klein is. Je krijgt bloedverlies, soms beginnend bij een paar druppels, soms meteen wat ruimer. De hoeveelheid bloedverlies is variërend van een lichte bloeding als een beginnende menstruatie tot ruim helderrood bloedverlies met stolsels. Meestal herken je ook weefsel van het beginnende vruchtje of zelfs een herkenbaar vruchtje. Ben je langer zwanger - bijvoorbeeld tussen de 12 en 16 weken- dan is er vaak sprake van ruimer bloedverlies en waarschijnlijk ook meer buikkrampen. Als al het weefsel - soms zie je een vruchtzakje – uit de baarmoeder is, neemt het bloedverlies af en worden de buikkrampen snel minder. Na een miskraam heb je nog ongeveer een week bloedverlies dat steeds minder wordt; net als bij een menstruatie.
​
​​​Een zwangerschapstest kan tot 6 weken na een miskraam toch een positief resultaat geven, omdat er vaak nog zwangerschapshormonen in je lichaam zitten.
​
Vroeg verlies ontdekt bij de echo
Rond 8 weken zwangerschap maken wij de eerste echo. Soms komen jullie er bij deze echo achter dat er sprake is van het vroege verlies. Dit kan je op verschillende manieren zien:
-
Blighted ovum: Wanneer al heel vroeg in de zwangerschap de ontwikkeling van het vruchtje stopt, ontstaat een blighted ovum, ofwel een windei waarbij geen vruchtje ontwikkeld is. Op de inwendige echo is dan alleen een lege vruchtzak zichtbaar. Dit zal leiden tot een miskraam
-
Missed abortion: Bij een iets latere miskraam, ook wel missed abortion, is de groei verder gekomen en is er een vruchtje zichtbaar bij de echo, maar zonder hartactie. Meestal is het vruchtje ook kleiner dan passend bij de duur van de zwangerschap.
-
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG): Soms komt het voor dat een vruchtje zich buiten de baarmoeder nestelt. Dit noemen we een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra uteriene graviditeit). Dit gebeurt in minder dan 1 op de 100 zwangerschappen. Meestal zit een buitenbaarmoederlijke zwangerschap in één van de eileiders. Een eileider is niet gemaakt om een zwangerschap te voldragen en daardoor kan een buitenbaarmoederlijke zwangerschap nooit voldragen worden. Het vruchtje kan ook niet alsnog in de baarmoeder worden geplaatst. Met een echo zal een buitenbaarmoederlijke zwangerschap vastgesteld worden. Als dit ontdekt of vermoed wordt dan zullen wij jullie doorverwijzen naar de gynaecoloog voor verdere behandeling. Kijk hier voor meer informatie over buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
-
Mola zwangerschap: Bij een mola zwangerschap is er iets misgegaan bij of kort na de bevruchting en groeit alleen de placenta door. Er is dus geen vruchtje aanwezig. Dit komt zelden voor, bij 1 op de 2000 zwangerschappen. Bij het maken van een echo worden in plaats van een vruchtzak met een vruchtje vele kleine blaasjes gezien die de baarmoederholte opvullen. Is er sprake van of verdenking op een mola zwangerschap, dan zullen wij jullie doorverwijzen naar de gynaecoloog voor verdere behandeling. Lees hier meer over Mola zwangerschap.
​